Ik zoek naar de horizon van mijn leven
Naar de schaduw die soms te donker wordt
En me opsluit in nauwe kelders
Zonder luiken die weigeren om naar licht te ruiken,
alles versneden voor me ligt te krioelen
zonder poging tot geluid.
Als alles zijn gezicht laat zien
zonder smetten met de sporen
heel kien haar staart wel degelijk
laten kruipen en gedachteloos pletten
en dan zeggen dat ze naar parfum ruikt.
Kom schudt nu de gebarsten protesterende
modder van mijn lijdende schaduw
en geef me onbarmhartig
een stralende nieuwe huid.
Van binnen ben ik immers
als herboren opnieuw een vreemde ,
ach wat maakt het uit,
Een die sprankelend is
en vooruit kruipt,
haar parels weggeeft
als zijnde een verloren buit,
In plaats van tranen zonder echo
of andere hindernis schaduw
van goud geluid
die zich over mij ontfermen
alsof men van mij houdt……
Naar de schaduw die soms te donker wordt
En me opsluit in nauwe kelders
Zonder luiken die weigeren om naar licht te ruiken,
alles versneden voor me ligt te krioelen
zonder poging tot geluid.
Als alles zijn gezicht laat zien
zonder smetten met de sporen
heel kien haar staart wel degelijk
laten kruipen en gedachteloos pletten
en dan zeggen dat ze naar parfum ruikt.
Kom schudt nu de gebarsten protesterende
modder van mijn lijdende schaduw
en geef me onbarmhartig
een stralende nieuwe huid.
Van binnen ben ik immers
als herboren opnieuw een vreemde ,
ach wat maakt het uit,
Een die sprankelend is
en vooruit kruipt,
haar parels weggeeft
als zijnde een verloren buit,
In plaats van tranen zonder echo
of andere hindernis schaduw
van goud geluid
die zich over mij ontfermen
alsof men van mij houdt……